WT 16-17, 7 september 2016 Senggigi, Lombok - 32 km

7 september 2016 - Senggigi, Indonesië

Vandaag was het eigenlijk weer een halve rustdag, hoewel we een aanzienlijke afstand hebben afgelegd. We waren om iets over half negen bij de veerboot (slow boat) naar Lembar, Lombok, en het ging inderdaad erg langzaam. Om te beginnen vertrokken we ruim een  half uur te laat, onder anderen omdat er een vrachtwagen mee wilde die hoger was dan de maximale 3,95 m en die moest dus achteruit weer van de veerboot af (maatje boot naar Terschelling). Vervolgens kwamen we na een rustige en vlotte oversteek door de Straat van Lombok, voor Lembar in de file te liggen voor de aanlegsteiger. Uiteindelijk was het 3 uur 's middags voordat we weer van de boot konden. 

Buiten de bekende trekpleisters (Gili's, Kuta) zijn hier maar weinig toeristen en we trekken op onze fietsen extra veel belangstelling. De crew en de bewaking waren zeer geïnteresseerd in onze zwaar beladen trekkingfietsen en hielden goed een oogje in het zeil, zodat we onze tassen gewoon aan de fietsen konden laten hangen. Behalve wij waren er nog drie andere westerlingen op de boot, een Duits stel met rugzakken een een grote koker met posters (op congres geweest?) en een alleen reizende jongeman. Gedurende de hele reis stond er een televisie te blèren op Amerikaanse zenders met Amerikaans worstelen en gewelddadige films - ze zullen daardoor wel een bijzonder beeld van westerlingen krijgen.

Toen we eindelijk van de boot waren, gingen we over een heel rustige weg vlak langs de kust naar het noorden. Het viel onmiddellijk op dat het hier droger en armoediger is dan op Bali en de vele tempels hebben plaatsgemaakt voor moskeeën, die er wel heel welvarend uitzien. Af en toe schalde de oproep tot het gebed ons tegemoet. De bevolking bestaat voor 70% uit moslims en de rest is hindoe, boeddhist of christen. Naar het schijnt leeft men vreedzaam naast elkaar op Lombok. Het straatbeeld is erg rommelig, vuilstortplaatsen langs de weg en heel veel rotzooi, ook in de rivieren, nog erger dan op Bali. Wat ook nieuw is: overal koeien (bruine), niet zozeer in weilanden maar gewoon in het oerwoud en bij de huizen/hutjes. Op dit deel van de route werden we door bijna iedereen vrolijk begroet en toegezwaaid, met als enige dissonant het feit dat kinderen af en toe naast 'hello' als enig ander Engels woord 'money?' naar ons riepen. 

Eenmaal in de buurt van Mataram (Lombok's grootste stad) werd het razend druk, helemaal toen we achter een begrafenisstoet verzeild raakten, die zich te voet over onze weghelft voortbewoog en honderden stinkende scooters en auto's ophield. We zijn overigens verder niet de langzaamste verkeersdeelnemers, want er rijden hier veel paard-en-wagens rond, die ook gewoon op de hoofdweg mogen.

Senggigi is een toeristenoord iets verderop, waar het al weer een beetje rustiger is en waar we in Batu Bolong Cottages een ietwat gedateerd maar verder prima onderkomen hebben gevonden. De mensen spreken een paar woorden Nederlands en er woont ook vaak familie van ze in Nederland. Ze beweren dat er 'heel veel' fietsers uit Nederland hier komen slapen. Bij navraag bleek dat zeker iedere maand wel een keer te gebeuren. Het eten in het bijbehorende restaurant was uit de kunst, heerlijke bouillon met vis/garnalen en veel verse groenten vooraf en als hoofdgerecht had Marja verse garnalen in een scherpe rode saus en ik een perfect gegrild stuk 'Red Snapper' met een mild sausje. 

Totaal 166 km  

Foto’s