WT 16-17, 12 september 2016 - Pantia Kencana, Sumbawa - 101 km

12 september 2016 - Sumbawa Besar, Indonesië

Zoals zo vaak verliep deze dag anders dan ik me van tevoren had voorgesteld. We zouden een klein stukje, 19 kilometer, fietsen naar de haven van Lebuhan Lombok om daar de boot naar Sumbawa te nemen en eenmaal daar aangekomen, nog 24 kilometer naar het dichtstbijzijnde hotel. Bij de boot hadden we mazzel: hij zou al over een kwartier vertrekken. De fietsen op het benedendek gestald, met twee slotjes vastgemaakt en toen naar boven, voorzien van twee meeneemmaaltijden, die een verkoper in een grote mand aanbood. We waren de enige witte mensen aan boord en hadden weer veel bekijks. Onderweg naar de boot had ik al het idee dat mijn kleding - een korte fietsbroek en een vrij nauwsluitend shirt met korte mouwen - door sommige mensen ongepast werd gevonden. We fietsen tenslotte door een grotendeels islamitisch land en de vrouwen zijn hier veelal gesluierd en tot de enkels en de polsen in overigens wel kleurrijke kleding verpakt. Naast de blikken en het commentaar, dat ik natuurlijk niet verstond, werd ik op enig moment door een passerende jongen op een scooter in mijn bil geknepen! Op de boot heb ik daarom direct een shirt met lange mouwen aangetrokken en mijn benen bedekt met een sarong. 

Van de boot gekomen in Sumbawa, viel meteen op dat dit eiland veel droger en kaler is dan Lombok. De dorpen die we doorkruisten, zagen er vreselijk uit: vervallen huizen en heel veel troep overal. Er werd weer heel veel naar ons gezwaaid, geroepen en gekeken. Met Titia's opmerking van gisteren - of we het begrip privacy nog kenden - in mijn achterhoofd moest ik constateren dat je je hier als westerling, en zeker op de fiets,  wel erg blootgesteld voelt. Wij voelden ons, meer nog dan op Lombok, zoals Willem-Alexander en Maxima zich denk ik altijd voelen als ze zich in het openbaar begeven. Geen wonder dat zij hun privacy zo bewaken. 

Geholpen door het slechts licht heuvelachtige landschap en een windje in de rug arriveerden we om kwart voor een in Alas, een onooglijk dorp waar volgens het routeboekje een eenvoudig hotel was, met slechts één acceptabele kamer. Toen we die geshowd kregen, zakte ons de moed in de schoenen: aftandse bedden, een viezige badkamer en een allesoverheersende lucht van schimmel. Wat te doen? De dure eed die we ooit zworen na een nacht in het verschrikkelijke Hotel des Sports ergens in Frankrijk - dit nooit meer, liever doorrijden - gaf de doorslag. We gingen door naar de volgende overnachtingsmogelijkheid, Hotel Kencana, 58 kilometer verderop. Best een eind, maar we zetten ons ertoe met het vooruitzicht van een mooi rustig hotel aan zee, waar we dan gelijk twee nachten konden blijven. Ik moest, terwijl we dicht achter elkaar in een gestaag tempo de ene na de andere kilometer wegtrapten, denken aan onze spinninglerares Afriet, die elke les weer uitlegt waarom duurtraining zo goed is voor hart en longen. En dat je er pas na drie uur profijt van hebt. 

We stopten onderweg een keer om wat te eten bij Warung Tiga Dara. Dat was weer een bijzondere ervaring. In een piepklein keukentje konden we aanwijzen welke gerechten we in onze nasi campur wilden en dat werd op twee bordjes gedrapeerd. Alles was heerlijk en er kwam steeds iets bij: een bakje sajoer met daarin een groente die ik niet ken, een omhulsel met een vlezige structuur en daarin een grote peulvrucht. Ten slotte een groot bord met mijn favoriete fruit: rijpe mango. Henk wilde van het restaurant, de lieve eigenaresse en haar twee  dochters een foto maken, maar dat ging zomaar niet. Het duurde even, toen kwamen moeder en een van de dochters geheel omgekleed en voorzien van make-up, poseren voor de foto. Verkwikt en met ronde buikjes stapten we weer op de fiets, om na nog eens twee uur duurtraining aan te komen bij Kencana Hotel. Even wanhoopte ik: zowel op de weg erheen als op de parkeerplaats wemelde het van de auto's en de scooters. Gelukkig was er nog een hutje in Balinese stijl voor ons beschikbaar, maar het was hier verder net kermis: er is een vierdaags islamitisch feest (het Offerfeest) gaande, morgen ook nog, waardoor het strand vol is met grote families en de bijbehorende achtergelaten rotzooi. We gaan morgen wel zien hoeveel last we ervan hebben. Nu zitten we als enigen in het restaurant, de feestgangers zijn al een tijdje naar huis. We zijn tevreden over onszelf! en blij dat we een etappe als van vandaag, 101 kilometer en bij hoge temperaturen, goed konden volhouden. 

Totaal 416 km

Foto’s