WT 16-17, 14 september 2016 - Empang, Sumbawa - 107 km

14 september 2016 - Empang, Indonesië

Mijn lieve, wijze, vorig jaar helaas overleden, schoonmoeder zei altijd: het venijn zit in de staart. Nou, vandaag zat het niet alleen in de staart, maar in de hele etappe. Met gelukkig wat lichtpuntjes tussendoor. 

We wisten dat het een lang stuk fietsen zou worden, 107 km, en heet is het aldoor, dus we gingen weer vroeg weg. In Sumbawa Besar was het al gezellig druk, met een markt vol prachtig gekleurd fruit, rijen fiets- en paardentaxi's en weer veel supporters aan de kant. Het routeboekje beval een omweg voor een bezoek aan het oude witte paleis aan en dat was inderdaad de moeite waard. De gedenkplaat voor de eerste steen in 1932 vermeldde naast de sultan de naam van een Nederlandse dame, Maria-Antoinette van Lith, getrouwd met een hoge bestuursambtenaar.

Meteen uit Besar was het fors klimmen geblazen, dat ging nog prima. Maar het landschap bleef ook daarna flink heuvelachtig, het werd al snel erg warm en ik had het zowel op kop als achter Henks brede rug zwaar. In Desa Loangam kochten we mangosapjes en water en hup, maar weer verder. Dit keer verschool ik me steeds achter Henk. Ik denk altijd dat hij nergens last van heeft en gewoon doorstampt, maar toen we in een volgend plaatsje stopten voor bakso, lekkere soep met flink wat rundvleesballen, bekende hij dat hij verlangend had zitten kijken naar vrachtwagens en bussen waar onze eindbestemming op stond. 

Ook bij het bakso-tentje hadden we weer een koninklijk gevoel, zo graag wil iedereen iets voor je doen of met je op de foto. Onderweg passeerden we ook een aantal scholen met het plein vol met kinderen in uniform, zwaaiend, roepend, soms een stuk met ons meelopend... een vrolijk gezicht. Ik moet echter eerlijk bekennen dat ik tegen het einde van de dag al dat geroep en getoeter spuugzat was. Maar toen was het dan ook nog keihard gaan waaien - tegen wel te verstaan - en stond de berm op veel plaatsen in de fik - visioenen van Big Hole Pass in Montana doemden op. Het landschap was bovendien niet erg mooi. We pauzeerden voor een tweede lunch in Palampang en daarna nog een paar keer, de zee kwam in beeld en we draaiden er weer bij weg. 

Volgens het AWOL-boekje zou er in Empang een redelijk hotel zijn, daar hielden we ons aan vast. Maar helaas, en nu komt het venijnige staartje, werden de kamers verbouwd en had de baas de kamers met douche aan de werklui gegeven. Dus nu zitten we op een Spartaanse, gelukkig wel schone, kamer, maar zonder ontbijt en met een zogenaamde mandi: je vult steeds een plastic steelpannetje met water en daarmee spoel je jezelf af. Ach, je wordt op die manier ook wel schoon. En dat er geen handdoeken waren en de baas niet begreep dat wij die wilden, dat kan er dan ook nog wel bij. We gebruikten gewoon de sarong als handdoek! Het eten in de warung iets verderop was simpel maar lekker en we hebben onszelf als toetje getrakteerd op een Magnum van de Alfamart.  Nu maar hopen dat de airco het nog iets beter gaat doen, want we zijn beiden flink verbrand vandaag. En dan lekker slapen!

Totaal 523 km


Verstuurd vanaf mijn iPad


 

Foto’s

3 Reacties

  1. Marga ter Veldhuis:
    15 september 2016
    Ach jongens, ik weet dat jullie dit graag willen en het is ook fantastisch in zo'n exotisch land, maar pas op je gezondheid! Dit zijn wel krachttoeren en dan bij zo'n temperatuur! Man o man o man, kiek oet! Liefs, Marga
  2. Astrid:
    15 september 2016
    Mmmmm.......
    Je zult bij zijn dat deze etappe achter de rug is...
    In een sabbatical heb je in elk geval de tijd om hier over na te denken .

    Liefs en een kus Astrid en Albert
  3. Ger Willems:
    17 september 2016
    Dit alles leest als een andere invulling van sabbatical dan waar ik aan dacht: een beetje bewegen, luxe verzorging, veel reflectie en goed eten. Dit is meer het barre monniken werk op pelgrimage. Chapeau!