WT 16-17, 8 januari 2017 - Helensborough Motor Inn, Balclutha, NZ - 62 km

8 januari 2017 - Balclutha, Nieuw-Zeeland

We zitten in een lekker warme motelkamer, terwijl de wind buiten flink tekeergaat; windkracht 7 uit het westen met af en toe flinke uithalen, die de ramen doen rammelen. Als het even kan willen we morgen nog een stukje verder naar het zuiden, naar de kust, en als het goed is, gaat de wind vannacht weer een beetje liggen. De naam van ons motel doet me terugdenken aan de eerste keer dat we samen op vakantie gingen naar de Verenigde Staten, bijna 30 jaar geleden, in 1987. We hadden allebei onze racefiets bij ons, voorzien van een paar bagagerekjes. Vanuit Boston, Massachusetts, gingen we op weg naar New Hampshire en op zeker moment gingen we op zoek naar een motelletje om de eerste nacht te slapen. Het inschrijven voor een kamer ging nog gewoon op papier, met als één van de invulvelden het kenteken van de auto. Toen ik vroeg wat ik daar moest opschrijven, omdat we geen auto bij ons hadden, waren we plotseling niet langer welkom - een motel was immers een 'motor hotel'! Dat is ons gelukkig daarna nooit meer overkomen.

Vanmorgen toen we opstonden was het bewolkt, maar droog, vrijwel windstil en een graad of tien. Gunnar had voor een redelijk uitgebreid continentaal ontbijt gezorgd en we zaten ruim voor 9 uur op de fiets. De etappe van vandaag was niet al te lang of zwaar. We volgden de bosrijke vallei van de Clutha-rivier over een heerlijk rustige tweebaansweg. In het eerste uur hebben we welgeteld tien auto's gezien, prima dus. Minder prima was dat vanaf het moment dat we op de fiets stapten de eerste druppels regen vielen. Na een paar kilometer hebben we toch maar de regenjasjes aangetrokken, maar het regende gelukkig niet zo hard dat we ervoor moesten schuilen. Het bleef onderweg eigenlijk de hele tijd een beetje miezeren en daar krijg je op den duur toch wel koude voeten en handen van. We waren dan ook blij dat na ruim 35 km in Clydevale de Greenfield Tavern open was. Marja kon de uitbaatster wel zoenen toen deze aanbood om de houtkachel aan te steken. We hebben daar een uurtje doorgebracht onder het genot van warme chocolademelk, een steakburger en een groot bord friet.

Op het moment dat we weer op de fiets stapten, was het nog steeds niet echt droog, maar wel iets aangenamer qua temperatuur. Het laatste deel van de rit ging lekker vlot, wind schuin achter en op een paar korte, maar pittige klimmetjes na, licht dalend. De bergen om ons heen hadden plaatsge maakt voor heuvels, we hadden het bos achter ons gelaten en het dal werd steeds breder, met veel veeteelt. Aan het eind van de etappe moesten we nog wel een steile heuvel op om de Motor Inn te bereiken, maar de beloning was zoet: mooie ruime kamer, uitgerust met een flink bubbelbad. Toen we weer schoon en warm waren, lagen er nog wel een paar klussen te wachten: al die vochtige wielerkleding wassen en boodschappen doen voor het avondeten en morgen overdag. Balclutha heeft een flinke supermarkt en daar kon ik zowaar weer eens zo'n gegrilde kip bemachtigen, die we in Australië ook regelmatig hadden gegeten. Makkelijk en toch lekker.

De weersverwachting voor de rest van de week is er niet echt op vooruitgegaan; we moeten dus maar zien hoe ver we de volgende dagen komen. Op zich is er niets mis met een dagje vrij van het fietsen, maar dan moet er toch wel iets te beleven zijn op de plek waar je een extra dag verblijft, ook met slecht weer. Het zou daarom mooi zijn als we over een dag of drie Invercargill halen, de enige flinke stad in Southland, de zuidelijkste provincie van het Zuidereiland.

Totaal 645 km

Foto’s

2 Reacties

  1. José ter Haar:
    8 januari 2017
    Balen van dat weer. Net even Invercargill gegoogeld. Leuke stad (hmm...wel een enorm standbeeld van een paraplu) en een wonderschone omgeving met prachtige, ruige stranden.
    Ik duim voor zon en een graadje of 20. X
  2. Linda:
    9 januari 2017
    Hopelijk doet jullie volgende blog verslag van betere weersomstandigheden. Anders blijft het fietsen op karakter, wat jullie in mijn beleving nu doen en hetgeen ik bewonder.
    De foto's van de koeien bevestigen dat de landbouw/ voedselvoorziening een belangrijke sector is. Wisten jullie dat NZ berucht is vanwege de veeteeltpraktijken. Met deze koetjes op de foto lijkt het wel goed te gaan, die lopen lekker biuten, hoewel met velen.